voorstoel
Nederlands
Woordafbreking
- voor·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorstoel | voorstoelen |
verkleinwoord | voorstoeltje | voorstoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
voorstoel m
- de stoel vooraan van iets (meestal in een auto of op een fiets)
- Ik zit naast mijn vrouw die autorijdt op de voorstoel in de auto
Gangbaarheid
- Het woord voorstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.