voorspreken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·spre·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorspreken
sprak voor
voorgesproken
klasse 4 volledig

Werkwoord

voorspreken [1] [2]

  1. onovergankelijk een goed woordje doen voor iemand
Afgeleide begrippen
  • voorspreekster, voorspreker, voorspreking
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorspreken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.