voorraadkast

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·raad·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorraadkast voorraadkasten
verkleinwoord voorraadkastje voorraadkastjes

Zelfstandig naamwoord

voorraadkast v/m

  1. een kast waarin men grote hoeveelheden eten heeft klaar staan voor later gebruik
    • De suiker is op. Ik haal wel een nieuw pak uit de voorraadkast. 

Gangbaarheid

  • Het woord voorraadkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.