voetlicht
Nederlands
Woordafbreking
- voet·licht
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lampen aan de onderkant van het voortoneel’ voor het eerst aangetroffen in 1792 [1]
- samenstelling van voet en licht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voetlicht | voetlichten |
verkleinwoord | voetlichtje | voetlichtjes |
Zelfstandig naamwoord
voetlicht o
- lampen die voor op het podium de auteurs belichten
- Als je iets voor het voetlicht brengt geef je het veel aandacht.
Gangbaarheid
- Het woord voetlicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voetlicht' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.