voetbank
Nederlands
Woordafbreking
- voet·bank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voet zn en bank zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voetbank | voetbanken |
verkleinwoord | voetbankje | voetbankjes |
Zelfstandig naamwoord
voetbank v/m [1]
- een verhoginkje waarop je de voeten kunt laten rusten als je op een stoel of bank zit
- Ook Schaman , een fauteuil met voetbank van Eric Jourdan, sprong er uit door zijn aantrekkelijke, dynamische vormgeving.[2]
- De reeks bestaat naast een driezit, een tweezit en een kleine zetel, ook uit twee verschillende voetbanken en een bijbehorend tapijt[3]
Gangbaarheid
- Het woord voetbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voetbank' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 28 JANUARI 2006 Nieuwe schragen voor oude designreus
- de Standaard 10 SEPTEMBER 2005 BRUSSEL DESIGNSTAD. De primeurs
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.