voeling
Nederlands
Woordafbreking
- voe·ling
Zelfstandig naamwoord
voeling v [1]
- direct, zonder afstand contact hebben met iets of iemand
- De kans is aanwezig dat er komend seizoen een haast onherkenbaar elftal op het veld staat in San Siro, met nu al negen nieuwe spelers en nog meer transfers die eraan zitten te komen. Komend seizoen moet uitwijzen of het Chinese geld Milan weer voeling laat krijgen met Europees topvoetbal.[2]
Uitdrukkingen en gezegden
- voeling houden met
contact houden met
- De directeur houdt graag voeling met de werkvloer en daarom speelt Michael van Hoorne (37) geregeld mee in een productie van zijn eigen bedrijf, Van Hoorne Entertainment.[3]
- voeling hebben
contact hebben
- De flamboyante politicus maakt Corbyn uit voor 'mugwump'. Vrij vertaald is dat een politicus die geen voeling heeft met zijn achterban, maar het is ook een monsterachtig schepsel uit de verhalen van Harry Potter.[4]
Gangbaarheid
- Het woord voeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voeling' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Victor-Jan Vanparijs 18-JULI-2017
- Tubantia Arno Gelder 07-SEPTEMBER-2017
- Tubantia Maarten van Ast 27-04-17
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.