aanraking
Nederlands
Woordafbreking
- aan·ra·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanraking | aanrakingen |
verkleinwoord | aanrakinkje | aanrakinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aanraking v
- het aanraken
- Iedere aanraking van de gebroken hand deed veel pijn.
- in aanraking met: te maken hebbend met
- Bent u wel eens in aanraking geweest met een veroordeelde.
Vertalingen
1. het aanraken
Gangbaarheid
- Het woord aanraking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanraking' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.