feeling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  feeling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfilɪŋ/
Woordafbreking
  • fee·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘intuïtie’ voor het eerst aangetroffen in 1946 [1]
  • van Engels feeling [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord feeling -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

feeling m/v

  1. vermogen om iets goed aan te voelen, om zich zonder redeneren te gedragen op de manier die het best bij de situatie past
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • feeling hebben voor
goed aanvoelen
  • feeling krijgen voor
goed leren aanvoelen

Gangbaarheid

  • Het woord feeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
feeling feelings

Werkwoord

feeling

  1. onvoltooid deelwoord van feel

Zelfstandig naamwoord

feeling

  1. gerundium van feel
  2. gevoel
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.