voegwerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voeg·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voegwerk voegwerken
verkleinwoord voegwerkje voegwerkjes

Zelfstandig naamwoord

voegwerk o

  1. (bouwkunde) het totale aantal voegen in het metselwerk
    • Het voegwerk heeft veel meer gekost dan was begroot. 

Gangbaarheid

  • Het woord voegwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.