voegwerk
Nederlands
Woordafbreking
- voeg·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voeg en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voegwerk | voegwerken |
verkleinwoord | voegwerkje | voegwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
voegwerk o
- (bouwkunde) het totale aantal voegen in het metselwerk
- Het voegwerk heeft veel meer gekost dan was begroot.
Gangbaarheid
- Het woord voegwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voegwerk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.