voedergewas
Nederlands
Woordafbreking
- voe·der·ge·was
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voederen ww en gewas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voedergewas | voedergewassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
voedergewas o [1]
- gewassen die boeren speciaal telen om het vee te voeren
- Ook zouden boeren volgens Calon de mogelijkheid moeten krijgen om in de herfst nog voedergewassen te telen voor het vee voor de winter. "Zonder wintervoer zullen er dieren geslacht moeten worden anders sterven ze van de honger." [2]
- Ik ging vier jaar geleden met enige opluchting weg. Het ging nergens meer over. We hadden het alleen nog over theoretische, hele kleine risico’s. Bijvoorbeeld over de kans dat een antibioticumresistent gen in een voedergewas zou leiden tot antibioticumresistente darmbacteriën bij de consument. In een worst case scenario [sic!] zou je, als alle koeien in Europa twintig jaar die maïs zouden eten, één resistente darmbacterie binnen krijgen. Terwijl de koe in zijn darm per gram al miljarden resistente darmbacteriën bevat. [3]
Gangbaarheid
- Het woord voedergewas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voedergewas' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Telegraaf 31 juli 2018 LTO pleit voor crisismaatregelen om droogte
- NRC M. Heselmans 22 juni 2006 Onnutte rompslomp rond genproef
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.