vloedlijn
Nederlands
Woordafbreking
- vloed·lijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vloed zn en lijn zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vloedlijn | |
verkleinwoord | vloedlijntje | vloedlijntjes |
Zelfstandig naamwoord
vloedlijn v/m [1]
- (aardrijkskunde) door aangespoeld materiaal gevormde lijn die het verste bereik van vloed aangeeft
- Gistermiddag om een uur of vijf liepen mijn vriendin en ik, beiden tachtigers, heerlijk langs de vloedlijn bij de Wassenaarse Slag.[2]
- Een schoonmaker van een strandtent in Scheveningen geloofde gistermorgen zijn ogen niet toen hij op de vloedlijn een dode krokodil zag liggen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord vloedlijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vloedlijn' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.