vliegwerk
Nederlands
Woordafbreking
- vlieg·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlieg ww en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegwerk | vliegwerken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
vliegwerk o
- toneel toestel waardoor men zaken door de lucht kon laten vliegen op het toneel
- Met toneelspeler kwam aan vliegwerk het toneel binnen vliegen als de witte zwaan.
- in de combinatie kunst en vliegwerk: met veel moeite en kunstmatige middelen iets bereiken
- Met veel kunst en vliegwerk kon zij toch nog op tijd komen voor de vergadering.
Gangbaarheid
- Het woord vliegwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vliegwerk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.