vliegwerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegwerk vliegwerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

vliegwerk o

  1. toneel toestel waardoor men zaken door de lucht kon laten vliegen op het toneel
    • Met toneelspeler kwam aan vliegwerk het toneel binnen vliegen als de witte zwaan. 
  1. in de combinatie kunst en vliegwerk: met veel moeite en kunstmatige middelen iets bereiken
    • Met veel kunst en vliegwerk kon zij toch nog op tijd komen voor de vergadering. 

Gangbaarheid

  • Het woord vliegwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.