vitten
Nederlands
Woordafbreking
- vit·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kleingeestige aanmerkingen maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1682 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vitten |
vitte |
gevit |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vitten
- inergatief op gezochte, kleinzielige wijze afbrekende kritiek uitoefenen, kleingeestige aanmerkingen maken
Synoniemen
- het lastig maken
Gangbaarheid
- Het woord vitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vitten' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.