visrijk
Nederlands
Woordafbreking
- vis·rijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vis zn en rijk bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | visrijk | visrijker | visrijkst |
verbogen | visrijke | visrijkere | visrijkste |
partitief | visrijks | visrijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
visrijk [1]
- veel vis bevattend
- Vissers, zeebiologen en het ministerie van Landbouw & Visserij zijn niet te spreken over een actie van Greenpeace op de Noordzee. De milieu-organisatie installeerde gisteren vier metershoge beelden van zeepaarden op de zogeheten Klaverbank, een visrijk gebied dat volgens de actievoerders bescherming verdient. [2]
- In totaal zijn gedurende twee maanden 37 schepen gecontroleerd, waarvan er elf in overtreding bleken te zijn. Voor de kust van West-Afrika bevinden zich veel visrijke wateren. Die worden volgens Greenpeace echter leeggevist door enorme trawlers die soms illegaal opereren. [3]
Gangbaarheid
- Het woord visrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'visrijk' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 21-06-11 Zeepaarden Greenpeace 'levensgevaarlijk'
- De Telegraaf 03 mei 2017 Chinese vissersboten aan de ketting in Afrika
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.