vijver

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vij·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘waterbekken’ voor het eerst aangetroffen in 1336 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vijver vijvers
verkleinwoord vijvertje vijvertjes

Zelfstandig naamwoord

vijver m

  1. een tamelijk klein door de mens aangelegd water
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.