vesting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ves·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘versterkte plaats’ voor het eerst aangetroffen in 1267 [1]
  • Naamwoord van handeling van het verouderde werkwoord vesten (vastmaken,verstevigen) met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vesting vestingen
verkleinwoord vestinkje vestinkjes

Zelfstandig naamwoord

vesting v [3] [4]

  1. (militair) een militair versterkte stad.
    • Een vesting moest een stad beschermen tegen vijanden. 
Hyponiemen
  • bergvesting, bondsvesting, grensvesting
Afgeleide begrippen
  • vestingartillerie, vestingbouw, vestingkerk, vestingmuur, vestingstad, vestingstelsel, vestingstraf, vestingwal, vestingwerk, vestingwet
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vesting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.