vestiging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ves·ti·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vestigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord vestiging vestigingen
verkleinwoord vestigingetje
vestiginkje
vestigingetjes
vestiginkjes

Zelfstandig naamwoord

vestiging v [1]

  1. het zich vestigen.
  2. een locatie waar een organisatie vanuit werkt.
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • franchisevestiging, hervestiging, industrievestiging
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vestiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.