vertier

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·tier
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bedrijvigheid, afleiding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1806 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vertier -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vertier o

  1. zaken die de zinnen verzetten
    • Er is hier weinig vertier voor de jeugd. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vertier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.