verteller

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·tel·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de stam van vertellen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord verteller vertellers
verkleinwoord vertellertje vertellertjes

Zelfstandig naamwoord

verteller m

  1. een persoon die vertelt
  2. (letterkunde) in een verhaal diegene die vertelt welke gebeurtenissen er plaatsvinden
    • Tijdens het toneelstuk praatte de verteller de delen van het verhaal aan elkaar. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verteller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.