vergisten
Nederlands
Woordafbreking
- ver·gis·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vergisten |
vergistte |
vergist |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vergisten
- overgankelijk een suiker of koolhydraat omzetten door blootstelling aan de werking van een gist
- Vervolgens vergisten we alle aanwezige suikers tot alcohol.
- ergatief het proces van omzetting van koolhydraten
- Alle suikers vergistten daarbij tot alcohol.
Afgeleide begrippen
- vergister, vergisting
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergissen |
vergisten
- meervoud verleden tijd van vergissen
- Wij vergisten.
- Jullie vergisten.
- Zij vergisten.
- Wij vergisten.
Gangbaarheid
- Het woord vergisten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vergisten' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.