vergist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • verĀ·gist
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van vergissen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
  • vervoeging van vergisten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
vergissen

vergist

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich vergissen
    • Jij vergist je. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich vergissen
    • Hij vergist zich. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van zich vergissen
    • Vergist je! 
  4. voltooid deelwoord van vergissen

Werkwoord

vervoeging van
vergisten

vergist

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van vergisten
  2. gebiedende wijs van vergisten
  3. voltooid deelwoord van vergisten
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.