verdikken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verdikken
verdikte
verdikt
zwak -t volledig

Werkwoord

verdikken

  1. ergatief dikker worden
    • Wanneer de saus wat verdikt is, kun je er de kruiden aan toevoegen. 
  1. overgankelijk dikker doen worden
    • Je kunt de saus wat verdikken als je er met een zeefje wat meel in strooit. 
  1. wederkerend zich ~ een verdikkingsproces ondergaan
    • Als de hartspier zich verdikt kan dit tot complicaties leiden. 
Opmerkingen
  • Het werkwoord wordt ook wel op personen betrokken[1].
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verdikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.