verdikken
Nederlands
Woordafbreking
- ver·dik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verdikken |
verdikte |
verdikt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verdikken
- ergatief dikker worden
- Wanneer de saus wat verdikt is, kun je er de kruiden aan toevoegen.
- overgankelijk dikker doen worden
- Je kunt de saus wat verdikken als je er met een zeefje wat meel in strooit.
- wederkerend zich ~ een verdikkingsproces ondergaan
- Als de hartspier zich verdikt kan dit tot complicaties leiden.
Opmerkingen
- Het werkwoord wordt ook wel op personen betrokken[1].
Gangbaarheid
- Het woord verdikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verdikken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.