verbeuzelen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·beu·ze·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verbeuzelen |
verbeuzelde |
verbeuzeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verbeuzelen
- overgankelijk aan onbeduidende zaken verspillen
- Hij verbeuzelde zijn tijd.
Gangbaarheid
- Het woord verbeuzelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verbeuzelen' herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.