vastvriezen
Nederlands
Woordafbreking
- vast·vrie·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vast en vriezen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vastvriezen vɑst.vri.zə(n) |
vroor vast vrɔːr vɑst |
vastgevroren vɑstɣəvrɔːrə(n) |
klasse 2
onregelmatig |
volledig |
Werkwoord
vastvriezen
- ergatief door ijsvorming zijn beweeglijkheid verliezen
- Zijn hand vroor eraan vast toen hij de brug zonder handschoenen aanraakte.
Gangbaarheid
- Het woord vastvriezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vastvriezen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.