vastdraaien
Nederlands
Woordafbreking
- vast·draai·en
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vast bw en draaien ww
Werkwoord
vastdraaien [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vastdraaien |
draaide vast |
vastgedraaid |
zwak -d | volledig |
- door een rondgaande beweging iets ergens aan bevestigen
- Multitool €8,95 gadgethouse.nl. Deze handige multitool past gewoon in je portemonnee, want hij heeft de grootte van een bankpas. Hiermee kun je schroeven vastdraaien, brieven openen, flessen openen en nog eindeloos veel meer.[2]
- niet meer verder kunnen gaan
- Maar Dekker vindt het nog slechter om leerlingen op een school te laten die "zwak, zeer zwak is en over een paar maanden financieel gaat vastdraaien". Hij wees erop dat leraren al om zich heen kijken of ze ergens anders aan de slag kunnen.[3]
Vertalingen
1. door draaien iets ergens aan bevestigen
Gangbaarheid
- Het woord vastdraaien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vastdraaien' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 01 dec. 2016
- de Telegraaf 23 sep. 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.