vastbijten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vastĀ·bijĀ·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vastbijten
beet vast
vastgebeten
klasse 1 volledig

Werkwoord

vastbijten [1]

  1. vastberaden doorzetten
  2. wederkerend zich ~: zich door bijten vasthechten

Gangbaarheid

  • Het woord vastbijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.