vakantietrip

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·trip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantietrip vakantietrips
verkleinwoord vakantietripje vakantietripjes

Zelfstandig naamwoord

vakantietrip m

  1. uitstapje in de vakantie

Gangbaarheid

  • Het woord vakantietrip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.