vaardigt af
Nederlands
Woordafbreking
- vaar·digt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvaardigen |
vaardigt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvaardigen
- Jij vaardigt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvaardigen
- Hij vaardigt af.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van afvaardigen
- Vaardigt af!
Gangbaarheid
- Het woord vaardigt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.