urbanisatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ur·ba·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verstedelijking’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • Naamwoord van handeling van urbaniseren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord urbanisatie urbanisaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

urbanisatie v

  1. een trek van de landelijke gebieden naar de stad, verstedelijking
    • De urbanisatie nam in dat land toe. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • urbanisatieproces
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord urbanisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.