unverzüglich
Duits
Woordafbreking
- un·ver·züg·lich
Woordherkomst en -opbouw
- Afleiding van het verouderde werkwoord verziehen (= vertragen) met het voorvoegsel un-, met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -lich
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
unverzüglich | unverzüglicher | am unverzüglichsten |
alle verbuigingsvormen |
Bijvoeglijk naamwoord
unverzüglich
- «In diesem Fall ist übrigens entschieden worden, dass der Arbeitgeber die fristlose Kündigung dem betreffenden Arbeitnehmer nicht unverzüglich mitgeteilt hat.»
- In deze zaak is overigens geoordeeld dat de werkgever het ontslag op staande voet niet onverwijld heeft medegedeeld aan de betreffende werknemer.
- «In diesem Fall ist übrigens entschieden worden, dass der Arbeitgeber die fristlose Kündigung dem betreffenden Arbeitnehmer nicht unverzüglich mitgeteilt hat.»
Antoniemen
- später
- verzögert
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.