undgå

Deens
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈɔnˌgɔˀ/
Woordafbreking
  • und·gå
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Deense werkwoord gå met het voorvoegsel und-, dat een verkorting van het Oudnoorse bijwoord undan (= voort, weg) is.
stamtijd
onbepaalde
wijs		 tegenwoordige
tijd		 verleden
tijd		 voltooid
deelwoord
undgå
undgår
undgik
undgået
volledig

Werkwoord

undgå

  1. vermijden, voorkomen
  1. «En norsk bilist undgik natten til torsdag at ramme en elg.»
    Een Noorse automobilist kon in de nacht tot donderdag vermijden op een eland te brommen.
  2. ontkomen, ontsnappen
  3. mijden
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: ikke kunne undgå
niet vermijden kunnen
  • [1]: undgå misforståelser
misverstanden te voorkomen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.