uitvreter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·vre·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitvreter uitvreters
verkleinwoord uitvretertje uitvretertjes

Zelfstandig naamwoord

uitvreter m

  1. iemand die uitvreet
    • deze uitvreter leeft al maanden op mijn kosten 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitvreter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.