uitslapen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitslapen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈœʏtslapə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈœːtslapə(n)/
Woordafbreking
  • uit·sla·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitslapen
sliep uit
uitgeslapen
klasse 7 volledig

Werkwoord

uitslapen

  1. inergatief 's ochtends langer slapen dan normaal
    • Ik ga morgen zeker uitslapen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitslapen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.