uitslapen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitslapen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈœʏtslapə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈœːtslapə(n)/
Woordafbreking
- uit·sla·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en slapen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitslapen |
sliep uit |
uitgeslapen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
uitslapen
- inergatief 's ochtends langer slapen dan normaal
- Ik ga morgen zeker uitslapen.
Vertalingen
1. 's ochtends langer slapen dan normaal
Gangbaarheid
- Het woord uitslapen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitslapen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.