uitschoppen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·schop·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en schoppen ww
Werkwoord
uitschoppen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitschoppen |
schopte uit |
uitgeschopt |
zwak -t | volledig |
- met een schoppende beweging de schoenen uittrekken
- Het is stil achter de deur waar de spelers van Heracles neerploffen en de schoenen uitschoppen. Er is geen ongecontroleerde woede, de deuren blijven ongemoeid. Er zijn tijden geweest waarin schoppen van frustratie diepe gaten achter lieten. [2]
- met kracht ergens uit verwijderen
- "Zulke gekken moet je het land uitschoppen. Dit is gewoon onacceptabel", aldus de 51-voudig Russisch international, die op het EK 2008 nog trefzeker was tegen Nederland, in gesprek met Match TV. [3]
- „Geestelijk behoort het land aan het Joodse volk toe. Daar bestaat geen twijfel over. De Joden waren er bovendien ook eerder dan de moslims en de christenen. Wel hebben de Palestijnen het recht om in vrede en harmonie met de Joden samen in het land te leven. Ze kunnen ons er moeilijk uitschoppen.” [4]
Gangbaarheid
- Het woord uitschoppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitschoppen' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 30-10-08 Heracles: 'Wel klein, niet bang'
- De Telegraaf 03 mei 2017 'Zulke gekken moet je het land uitschoppen'
- Reformatorisch Dagblad Mr. Richard Donk 31-10-2006 Palestijnse liefde voor het Joodse volk
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.