uitlekken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·lek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitlekken
lekte uit
uitgelekt
zwak -t volledig

Werkwoord

uitlekken

  1. ergatief druppelsgewijs uit iets vallen
    • Ik heb het filter nog even laten uitlekken. 
  1. ergatief overdrachtelijk: van informatie ongewenst openlijk bekend raken
    • De jongste details die daarover uitgelekt zijn deden veel stof opwaaien. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitlekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.