uithangen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·han·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uithangen
hing uit
uitgehangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

uithangen [2]

  1. overgankelijk iets ruim ophangen
    • We moesten de was uithangen om deze te laten drogen. 
  1. (figuurlijk) ergens verblijven
Afgeleide begrippen
  • uithangbord, uithanger, uithanging, uithangkast, uithangteken

Gangbaarheid

  • Het woord uithangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.