uitbaten
Nederlands
Woordafbreking
- uit·ba·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘exploiteren’ voor het eerst aangetroffen in 1863 [1]
- samenstelling van uit bw en baten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitbaten |
baatte uit |
uitgebaat |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
uitbaten
- overgankelijk de economische mogelijkheden van iets winstgevend benutten
- "Celstraffen voor Nederlanders die cannabisplantages uitbaatten"
Vertalingen
1. de economische mogelijkheden van iets winstgevend benutten
Gangbaarheid
- Het woord uitbaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitbaten' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.