tuil
![](../I/m/Blumenstrau%C3%9F_by-RaBoe_01.jpg)
1. bosje bloemen
![](../I/m/Achillea_filipendulina-IMG_6408.jpg)
3. bloeiwijze waarbij bloemstelen zo in lengte verschillen dat alle bloemen van een tros in één vlak liggen
Nederlands
Woordafbreking
- tuil
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bundel bloemen’ voor het eerst aangetroffen in 1555 [1]
- mogelijk van Middelnederduits tūl "bos (haar)" en verwant aan tuien[2][3]
1-4 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | tuil | tuilen |
verkleinwoord | tuiltje | tuiltjes |
Zelfstandig naamwoord
tuil m
- bos bloemen
- Met de linkerhand legt zij een bloementuil op het graf; in de rechterhand houdt zij een roos en met de rechterarm houdt zij nog een tuil voor haar borst. [4]
- (verouderd) bloemenslinger of bloemenkrans in het haar, vooral gedragen door bruiden
- Ik geef je er nog een krans hij van versche rozen! riep de koopvrouw blij en drukte Psyche den tuil op het hoofd. [5]
- (plantkunde) bloeiwijze waarbij bloemstelen zo in lengte verschillen dat alle bloemen van een tros in één vlak liggen
- De bloemen zijn helder zuiverwit tot crèmewit, enkelvoudig, in tuilen, bundels of in trossen van zes tot twaalf bloemen per tuil, elke bloem met vijf ronde tot ovale petalen; (…) [6]
- (figuurlijk) bos, bundel
Uitdrukkingen en gezegden
- op de tuil houden
- zijn tuil tuilen
Gangbaarheid
- Het woord tuil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tuil' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "tuil" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- tuil op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Driessens, J.E. "Oscar Jespers en het Schoonselhof" in: Vlaanderen. 278 jrg. 48 nr. 5 (november/december 1999) Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt; p. 271; geraadpleegd 2016-02-21
- Couperus, L.; H.T.M. van Vliet e.a. (eds.) Psyche (1992) Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen; ISBN 9025400523; p.98; geraadpleegd 2016-02-21
- Mauritz, J.P. "Het geslacht Pyrus" in: Boomzorg jrg. 7 nr. 3 (mei 2015); p.37 kol. 2; geraadpleegd 2016-02-21
- Schmook, G. "Uit Groot-Mokum gewerd ons een offervaardig Flamingant, Marten Rudelsheim" in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). jrg. 1971 nr. 1 (1972) Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent; p.87 geraadpleegd 2016-02-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.