tuchtloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tucht·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen tuchtloos
verbogen tuchtloze

Bijvoeglijk naamwoord

tuchtloos [1]

  1. geen tucht kennend, zedeloos, onzedelijk
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • tuchtloosheid

Gangbaarheid

  • Het woord 'tuchtloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.