trouwverbreking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trouw·ver·bre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwverbreking trouwverbrekingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

trouwverbreking v [1]

  1. (verouderd) het schenden van een (huwelijkse) belofte
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'trouwverbreking' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.