trouwlustig

Nederlands

Uitspraak

Geluid: trouwlustig (hulp, bestand)

Woordafbreking

trouw·lus·tig

Woordherkomst en -opbouw

afleiding van trouwen en lust met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	trouwlustig	trouwlustiger	trouwlustigst
verbogen	trouwlustige	trouwlustigere	trouwlustigste
partitief	trouwlustigs	trouwlustigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

trouwlustig

zin hebbend om te trouwen

- De twee trouwlustige vrouwen konden pas in 2001 met elkaar trouwen toen ze al 50 jaar samen waren.

Gangbaarheid

Het woord trouwlustig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trouwlustig' herkend door:

94 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.