trompetbloem
Nederlands
Woordafbreking
- trom·pet·bloem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trompet zn en bloem zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trompetbloem | trompetbloemen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
trompetbloem v / m [2]
- (plantkunde) Pandorea jasminoides
een plant uit de trompetboomfamilie (Bignoniaceae) - (plantkunde) Campsis
Noord-Amerikaanse sierheester met trompetvormige bloemen
Gangbaarheid
- Het woord trompetbloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.