triton

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tri·ton
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord triton tritons
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

triton m [2]

  1. (mythologie) zeegod van lagere rang, half mens, half vis reed hij over het water met paarden en zeemonsters en blies hij op de kinkhoorn om de golven te bedaren
  2. (natuurkunde) atoomkern van tritium die bestaat uit één proton en twee neutronen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord triton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.