tripartite

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tri·par·ti·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tripartite tripartites
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

tripartite v

  1. (België) driepartijenregering

Gangbaarheid

  • Het woord tripartite staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

    Frans

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /tʁi.paʁ.tit/
    Woordafbreking
    • tri·par·tite (afbreking leidend tot een of twee tekens aan het begin van een regel wordt ontraden)[1]
    Woordherkomst en -opbouw
    • van Latijn tripartitus "in drieën gedeeld"
      enkelvoud meervoud
      mannelijk   tripartite tripartites
      vrouwelijk   tripartite tripartites

    Bijvoeglijk naamwoord

    tripartite m en v

    1. tripartiet
    Overerving en ontlening

    Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.