trimsalon
Nederlands
![](../I/m/Een_hond_wordt_drooggef%C3%B6hnd_in_een_trimsalon%2C_Bestanddeelnr_901-2611.jpg)
hond in een trimsalon
Woordafbreking
- trim·sa·lon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trim ww en salon zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trimsalon | trimsalons |
verkleinwoord | trimsalonnetje | trimsalonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
trimsalon m o
- een praktijk waarin men honden, en soms ook katten, konijnen en cavia's, een cosmetische behandeling geeft
- Honey is opgegroeid in Kopenhagen en spendeerde haar jeugd vooral in de trimsalon van haar moeder. Ondanks dat heeft ze met haar vader, die in Los Angeles woonde, altijd veel contact gehad.[1]
- Zijn ex-vrouw Martine Reschke en Anita van den Kieboom, die een trimsalon runt, namen de hond 30 november mee uit de woning van Sepers. Zij stelden dat diens gezondheid door de longziekte COPD te slecht zou zijn om Baron goed te verzorgen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord trimsalon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trimsalon' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 19 aug. 2016
- Tubantia Bert Janssen 03-02-17
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.