trigonaal

Een trigonale eenheidscel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tri·go·naal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘driehoekig’ voor het eerst aangetroffen in 1676 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'gōnia' (hoek) met het voorvoegsel tri- met het achtervoegsel -aal [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen trigonaaltrigonalertrigonaalst
verbogen trigonaletrigonaleretrigonaalste
partitief trigonaalstrigonalers-

Bijvoeglijk naamwoord

trigonaal [3]

  1. (wiskunde) driehoekig
  2. (kristallografie) als hoofdas van de rotatiesymmetrie ten hoogste een drietallige as bezittend, in welke richting ook een van de primitieve translaties zich bevindt indien er sprake is een van een ruimtegroep
    • De eenheidscel van een trigonale symmetrie heeft twee rechte hoeken en een hoek van 120 graden, net als bij een hexagonale symmetrie, maar de rotatiesymmetrie is lager dan hexagonaal. 
Verwante begrippen


Kristalstelsels in het Nederlands

triklienmonoklienorthorombischtrigonaalhexagonaalromboëdrischtetragonaalkubisch
primitiefgecentreerdgrondvlakgecentreerdruimtegecentreerdvlakgecentreerd

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trigonaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

stellend attributief
trigonaaltrigonale

Bijvoeglijk naamwoord

trigonaal

  1. (kristallografie) trigonaal
Verwante begrippen


Kristalroosters in het Afrikaans

trikliniesmonokliniesortorombiestrigonaalheksagonaalromboëdriestetragonaalkubies
primitiefgesentreerdgrondvlakgesentreerdruimtelikgesentreerdvlakgesentreerd

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.