triage
Nederlands
Woordafbreking
- tri·a·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | triage | triages |
verkleinwoord | triagetje | triagetjes |
Zelfstandig naamwoord
triage v [2]
- sortering, selectie en rangschikking, het uitzoeken of schiften (b.v. van slachtoffers bij rampen voor een snelle specialistische behandeling)
Afgeleide begrippen
- triage-instrument, triageverpleegkundige
Gangbaarheid
- Het woord triage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'triage' herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.