trekbel
Nederlands
Woordafbreking
- trek·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trekken ww en bel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trekbel | trekbellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
trekbel v/m
- een bel die klingelt als je aan een koord of hendel trekt; ouderwetse mechanische deurbel
- Vanaf de buitenkant doet niets vermoeden dat Villa de Pilla aan de Hengelosestraat 36 is ingericht als compleet kunsthuis, dienstdoend als bed & breakfast. Wie na een ruk aan de antieke trekbel binnenloopt, wordt echter direct geconfronteerd met een eigentijdse inrichting en dito sfeertje. [1]
- Een mooi huis met oude details in Borne. „Kom maar achterom”, roept Dennis Wilt vanuit de eetkeuken, als hij de ouderwetse trekbel heeft gehoord. Hij draagt een modieus wit overhemd met donkerblauwe details en een spijkerbroek. Loopt op sokken. Hier is hij thuis. [2]
Gangbaarheid
- Het woord trekbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trekbel' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia 11-09-09 Kunstzinnige bed & breakfast in oude villa
- Tubantia 29-08-15 Weerman Dennis Wilt uit Borne: ‘Niets gaat boven het gezinsgeluk’
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.