transplantatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·plan·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van transplanteren met het achtervoegsel -atie

enkelvoud meervoud
naamwoord transplantatie transplantaties
verkleinwoord transplantatietje transplantatietjes

Zelfstandig naamwoord

transplantatie v

  1. (medisch) het overbrengen van (levend) weefsel naar een andere plaats die zowel in hetzelfde lichaam als in een ander lichaam van een mens, dier of plant kan zijn
  2. (medisch) het overgaan van een ziekte om ervan genezen te raken
Hyponiemen
  • alvleeskliertransplantatie
  • allotransplantatie
  • baarmoedertransplantatie
  • beenmergtransplantatie
  • beentransplantatie
  • blaastransplantatie
  • borsttransplantatie
  • darmtransplantatie
  • dijbeentransplantatie
  • eileidertransplantatie
  • embryotransplantatie
  • geentransplantatie
  • gezichtstransplantatie
  • haartransplantatie
  • hartkleptransplantatie
  • harttransplantatie
  • meniscustransplantatie
  • mergtransplantatie
  • netvliestransplantatie
  • niertransplantatie
  • oogtransplantatie
  • oogzenuwtransplantatie
  • orgaantransplantatie
  • poeptransplantatie
  • slokdarmtransplantatie
  • stamceltransplantatie
  • strottenhoofdtransplantatie
  • tandtransplantatie
  • teelbaltransplantatie
  • tongtransplantatie
  • trommelvliestransplantatie
  • urineleidertransplantatie
  • vingertransplantatie
  • weefseltransplantatie
  • xenotransplantatie
Afgeleide begrippen
  • transplantatiecentrum, transplantatiedoeleinden, transplantatiegeneeskunde
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord transplantatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.