transpireren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·pi·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zweten’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Franse transpirer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
transpireren
transpireerde
getranspireerd
zwak -d volledig

Werkwoord

transpireren [4]

  1. onovergankelijk zweten
  2. waterdamp afscheiden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord transpireren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.